
Annelies Vanwalleghem (1983) groeide op tussen de zwart-witte lijnen van de grafiek in het veilinghuis van haar vader, Old Master Print. In deze inspirerende omgeving ontwikkelde ze een voorliefde voor het bizarre detail. Het verlangen om, net als toen, te leven omringd door kunst leidde tot de uitbouw van een eigen collectie.
​
​​Een excentrieke verzameling vol paneelschilderijen, verluchte manuscripten, geschreven en gedrukte getijdenboeken, incunabelen, houtsneden en kopergravures. Allemaal vervaardigd tussen 1450 en 1650 in het huidige België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Meer nog dan tijd en plaats, vormt hun devotionele functie de bindende factor tussen alle kunstwerken.
​Naast haar sterke affiniteit met de esthetiek en authenticiteit van deze stukken, wilde zij deze kunst ook echt begrijpen. Hoe functioneerde die praktisch als hulpmiddel voor de gelovige kijker? Welke mechanismen vormden hiervoor de basis? En waarom kwamen bepaalde details steeds terug?
​
Verdiepingscursussen aan de Open Universiteit (Kulak), V&A Academy London, Courtauld Institute of Art London, Oxford University Department for Continuing Education en University of Cambridge ICE brachten kennis bij, maar ‘het’ antwoord bleef uit.
​
Voortgestuwd door het 'waarom' en 'hoe', leidde de ene vraag naar de andere, het ene boek naar het volgende... Langzamerhand vielen alle stukjes op hun plek. In elk kunstwerk herkende ze wel iets uit haar research en zag ze een deel van het antwoord. Haar boek brengt alles bij elkaar in een verrassende tocht doorheen de collectie. Gaandeweg ontdekt ook de lezer hoe kunst diende als instrument voor de ziel.